
En die hebben geen geld, geloof me maar
‘aar zoveel verandert er niet,’ zei hij en onthoofde de vis, ‘kan nog vijf jaar duren en wanneer ze het vinden komt het volgende hoofdstuk, want wie bepaalt wie eerst en…’
De context verscheen langzaam, de context van de laatste maanden die overal welig lag te gapen, bleef tevreden over alle aandacht.
We deinen in een soort groene gel van een grote onwetende zee. Waar komen we terecht? In een bootje of tegen de kust gekwakt, in een huiskamer onder het brandende licht van de schemerlamp, in het onveilige vel van de stilstand gehesen, iedere avond wachtend op verlossing.
Een plastic zak erom heen, de vis werd ingepakt en hupsakee. […]