(door Marjolein Roozen)
n de jaarcursus van de Poetry Academy krijgen we elke twee maanden les van een andere dichter. Met Joost Baars spraken we onder andere over auteurschap. Wanneer is een gedicht van jou? Kan je eigenlijk wel stellen dat een gedicht van iemand is? En wat gebeurt er met auteurschap als je met meerdere mensen aan een tekst schrijft?
In dit kader schreven we met onze klas (die avond vier leerlingen) gezamenlijk een gedicht. De eerste regel kwam van Joost en elke volgende regel werd door iemand anders geschreven. De schets die daaruit volgde gebruikte ieder weer als basis voor een eigen gedicht. Bij mij kwam daar ‘Blijven’ uit. Ik heb alleen geredigeerd vanuit de schets en geen nieuwe zinnen toegevoegd. Veel van de gekozen woorden zijn niet van mij, maar zonder mijn pen was het gedicht niet in deze vorm op papier gekomen. Ik vind het gedicht mooi en ben er trots op, maar ben ik de auteur?
Blijven
omdat er iets is dat je herinnert aan wat er nog mogelijk is
omdat het niet niet is, een cirkel, rond vooral en
omdat rond ook maar een vorm is
omdat lijden over gelijke lijnen uitgesmeerd de wereld vormt
omdat wij niet zelf kozen voor een geboorteplaats maar
omdat de sterren precies zo stonden dat we op die plek in elkaar vielen