Rustig wachtend bij een halte van Lijn 4 voor de katholieke kerk op de Burgemeester Le Fèvre de Montignylaan in Hillegersberg.
In een hoge boom tegenover de tramhalte bezong een merel de laatste ontwikkelingen in zijn territorium.
Ik besloot een speels deuntje mee te fluiten met een vragend uithaaltje tot besluit. Tot mijn verbazing kwam er een volledig betoog retour, inclusief het door mij geïntroduceerde slotakkoord.
Dacht nog heel even dat het een slip van de snavel betrof maar besloot toch, nieuwsgierig geworden, mijn poging tot communicatie voort te zetten.
Er was geen twijfel mogelijk, bij iedere fluit- en zanguitwisseling kwam de door mij geïntroduceerde improvisatie retour.
Ik voelde me zowaar heel even Franciscus van Assisi, daar op dat bankje voor de kerk van Sint-Liduina.
Wel een wat armzalige Franciscus. Een schijnheilige met getuite lippen, volledig van de sokken gezongen door het rijke vocabulaire van een doorgewinterde gevederde veteraan.
Een tram verscheen, een merel verdween.
Onderweg naar huis vroeg ik me af wat er zoal door die kleine hersentjes spookte en wat de inspiratie zou kunnen zijn voor zijn muzikale betoog.
Klachten over de plantsoenendienst? Zorgen over vogelgriep?
Of over het feit dat we na de bevindingen van de Club van Rome vijftig jaar de tijd namen om scenario’s te ontwikkelen ter voorkoming van een dreigende mondiale milieuramp.
Maar misschien was het toch gewoon wat verkiezingsretoriek voor de Partij voor de Dieren.
Geen hond die het weet…
Ton Huizer