De Julimensch
e manier waarop ze staan, verraadt de waakzaamheid van het instinct. Ieder moment kunnen zij zich omdraaien of in de verte kijken met hun gewetens zorgvuldig in rugzakken verpakt.
Gewetens naast opgedroogde, verkorrelde tranen in daarvoor bestemde zijvakken. Tranen komen soms van pas.
De verlangens in de daarop afgestemde vergezichten, in kleine handzame opbergdoosjes gelegd. De woorden die bij ze horen glijden onverstaanbaar tegen zichzelf uitgesproken, turend op mobiele telefoons. Deze woorden drijven in juli voorbij aan duiven op wiegende takken, bankjes in parken, aan zomerbriesjes ook.
Het medeleven van vrienden stoppen ze in binnenvakken tussen oude gevoelens.
Het schorten aan de rugzakken is een julidans. Het oplijnen op de ruggengraten, het gewicht in twee delen gelijk verdelen met die dubbele torso’s onder de hoofden, rustend op benen die in bergschoenen steken. De punten met het verbleekte leer, opgehaald door ruige paden over bergkammen. De iPads in precieze zakjes op de borsten en dan het lopen richting Centrale Stations.
Daar staan ze te connecten en te bewegen en dan staan ze stil. Aan het begin van ieder rust een andere wereld. Waar hoogte is in een lucht, vrede in een land, tingeltangel op laaghangende takken, flauwgevallen avonden, vragen die rijmen, eten en waken en slapen, duikvluchten naar andere talen, heimwee naar oude plaatsen en een paar bomen die ze nog nooit zo aan zagen komen lopen.
Peggy Verzett