Met je ingeknikte been en toch ligt het pad
e knik in je linkerbeen is waar het mij om gaat, die naar binnen gebogen vorm die direct in ieders pupil springt en je inkadert in het kadaster van de onmogelijkheid, want je heet zeker een invalide te zijn? Met je ingeknikte been en toch ligt het pad hier en daar, de zomer er overheen, de geur van de linden als je welkomstvitrage, die stappen van je ingeknikte been, de huizenreeks steekt helder af tegen blauwe toestellige lucht en is veel te recht, en ja de hoogbouw kan eens wat meer overnemen – al die luchten, lichten en ruimten, wat moet je ermee wanneer je staat op de cementen kelderluchten van je eerste grondvesten?
Ja, dit ingeknikte van de vorm, het naar binnen toe neigende naar het andere been, dit linkerbeen dat eigenlijk niet zo wil en achter blijft als de losse onwillende kleuter, deze pleidooigek van de trage gang; bomen hollen ook niet, ze gaan langzaam. Ik haal mijn winst bij je linkerbeen.
Peggy Verzett