Toon onze paden in onze lichamen
et ritme klinkt uit het grind omhoog. Er worden voeten herplant. Het kan niet zo zijn dat een kiezelpad iemand vergeet, hij komt iedere dag. Het kiezelpad kent zijn interpretaties van de juiste stap. Hij weet dat zijn kiezelpad op hem wacht. Joggen, is een levensdraad, een terugkerend beweeglijk monument om aan voortgang betekenis mee te geven. Waarom zou je geen verhouding aangaan met een kiezelpad uit een ideële overweging? Overal gaan kiezels verloren en vallen zij uit de route om in het gras te verdwijnen, nog eens op te lichten in de schemer. Aan de rechterarm hangt zijn naar binnen gekeerde schil van zijn hand. Een verkleinde vrucht uit een ander land, met een naam zoals Rhodesië bijv. Zijn hoofd scheef op zijn romp. De benen ongelijk. Er rammelt voortdurend iets los. Er is een knoop geweest in zijn leven, jouw leven en mijn leven. O jogger draag je knoop eerlijk voor jou en mij, voor ons allen voort op je kiezelende kiezelpad. Maak het aan ons zichtbaar, toon ons alle ingewanden die in ons bij elkaar werden gedreven waarna we weer vrijgelaten als verstoorde dieren stonden in een overwoekerd veld. Toon onze bloedproppen, hoe wij ze stuwden langs beschadigde wanden van aders. Toon onze paden in onze lichamen waarin onze verwelkte en verwelkte zaken. Daar komt hij weer met zijn bengelende vrucht. Nog een rondje brengt hemzelf in hem terug. Want zijn museumpad vol kiezels, zijn werk zonder titel.
Peggy Verzett