(zonder titel)
ijn sieraden drogen op de tv-ruit en waarheen mijn kamer zich ook wendt, buutvrij blijft mijn oven van de kleine bewegingen. Ik neem de flauwe zetel, tip aan het valse licht op het bijzettafeltje, schuif met het kopje, neem een slok, zak onderuit en strijk het haar uit het gezicht van mijn voorouders. Droom snel over de geur van echte kamperfoelie en stik bijna in onze grote nieuwslezeres want zij brengt het nieuws zonder deken omwikkeld. In een roestig vat komen gedachten gewoon op bezoek en op me af, mijn moedermelk wordt opnieuw verlegen van al het witte katoen aan de andere kant van de wereld.
Er beweegt in feite niets. Het bloeden doet de bloeder goed. Mijn anonieme gebaren worden begraven en zijn gratis zichtbare rijdt serieuze kou aan het andere eind van de wereld.
O, waarom wordt mijn oogbrengen naar het vrij van de kijkdoden toegestaan, door de grote idiote nieuwslezeres? Hij trouwde alles van dagenreeksen, het bloeden deed de bloeder goed.
Peggy Verzett