De man en de boom zagen elkaar aan
e boom wandelde voort en sloeg zijn takken uit. Bladeren dwarrelden voortdurend uit zijn oud geworden zomeradem. Ineens stond hij stil. De man die zich diep had weggeborgen in zijn jas, had hem aangekeken, bij de boom was dit niet onopgemerkt gebleven.
De boom stopte, er vielen abrupt nog meer gele blaadjes naar beneden, het zag er feestelijk uit. De man en de boom zagen elkaar aan. De een keek naar de witte belijningen op de donkere jas, licht fluorescerend, de slungelige benen die eronder uitstaken en de lange das om zijn nek heen geslagen, af en toe opwaaiend in de wind. De ander keek naar de glimmende bast, het scherpe contrast tussen het donkere van de stam en de fellichte kleuren van de vallende bladeren, de grote vertakkingen die zichtbaar waren tegen de lucht. De lucht zei ja en amen, het blauw werd onderbroken door grote grijze hiërogliefen. Onleesbaar en niet meer te achterhalen, de vertaalsleutel lag in een vijfde seizoen. Ineens stak de man zijn arm in zijn zak en haalde een plat voorwerp tevoorschijn. Hij hield het voor zijn ogen en nam een foto.
Hij keek op het schermpje, het product van zijn kijken las hij over. Nog een keer herhaalde het ritueel zich van voren af aan, alvorens hij de foto weer in zijn zak stak. De boom stond al die tijd stil. Als een volmaakt naaktmodel, gedienstig. In zijn schoonheid liet hij zich fotograferen.
Peggy Verzett