Terug naar Blinken
linken heeft in de Nachtwacht een open haard laten branden. Een fazant van jouw fantast gemaakt. In het uur van de bruine kamer rook de kleding waarin de regen sliep het luiden van de klok. De schemer in kaarslichten kneep. Zoals gelen en witten, de bloemen langs de zomerpaden van slenteraars. Blinken los op takken schikt. Bij vergeten tafelblad, zij die tussen een of andere bedrading in, blinken tussen onherkenbare hechtingsvlakken in thousiast, thousiast verblijven. In blinkende lijven van sommige iedereen.
Peggy Verzett