Naar onze schone zomervoeten
at handen ineenslaan en moed houden en met vierkanten
pleinen een organisatie opzetten van bijeenkomsten en
roepen en janken en opnieuw de lastige schouders naar huis
brengen, waar de vogels fluiten in een tuin, het nieuwe
seizoen dat zij met hun kleine geesten infiltreren
– zoiets blijft bestaan –
haalt halzen uit onze kommen van onze harten, jouw hart
ook wanneer je de ladders probeert van de tonen al meereizende
uit te proberen,
nieuwe melodieën die we al verkenden en hun borduursels
in de lucht, klinken weer alsof nog nooit zo gehoord, ja
ze komen zeker met een nieuwe lyrische clausule terwijl
de lange railsen voortdurend blijven samenvloeien,
dan uit elkaar lopen en onze verzameling leeggevallen winterharten
die weer samenvloeien.
De stilte wordt opgesomd van het water in de singel, zie het jongste
groen, hoe het zich al schikt, ‘IE!’ ‘IE!’ klinken de kortste kreetjes
naar het plantsoen met zijn probeersels in de ochtend, de hunkering
naar onze schone zomervoeten
Peggy Verzett