‘Is het goud?’, fluister ik
ijn handen brengen zich, vouwen zich om mensen heen – het is die tijd van het jaar –
een hoop mensen liggen traag
in de aarde, hebben het plan van Venus voorgoed verlaten
Het licht van stilte, een zingende maan, uitgeholde weg door het bos
naar de rand van de hei
Er is nog maar één uur,
daarna een pupil en een wijsheid die
nog schijnt, de vogels turen,
het geld ligt opgeborgen in een eierstok, armen zijn uitgebeend,
machines rijden,
hier is
mijn met pantervel donker afgezette Christuskop,
mijn met pantervel donker afgezette Christuskop
Peggy Verzett