De geschiedenis
elemaal rond is die geschiedenis niet. Er ligt geen keurige ronde bol, opgebouwd met symmetrische verhalen van binnen uit. Een paar afgevlakte stukken bovenop laten dat niet toe. Ik zie een compacte min of meer ronde vorm, helder tussen twee boompjes liggen. Alsof iemand een sneeuwpop probeerde te maken en ermee is opgehouden. Of beter, een steenpop. De oppervlakte van de geschiedenis lijkt op steen. Donkere korrels hebben zich naar de oppervlakte gestuwd en vormen donkere groeven. Ze verraden tongenspartelende situaties die de afgunst vingen, en nijd, daarna de veroordeling, uitsluiting en de wraak. Maar zoals de geschiedenis ligt tussen de jonge inplant van bomen is er niets ontroostbaars aan. De geschiedenis ligt met het gemak van een zelfstandige vorm, zichzelf te zijn in het landschap. Een bepaalde waardigheid lees ik aan dit liggen af. De ruimte er omheen voegt zich naar de geschiedenis die ligt tussen de twee jonge boompjes, bij de nieuw geplaatste gemeentebank en het schoongebluste grind op het pad. De hond aan de overkant klokt op zijn gebogen voorpoten uit de vijver. De zon breekt door op de linkerkant en de warme zandkleur van de geschiedenis glijdt in mijn gezicht. Alles laat de geschiedenis toe. Alles. Alles. Alles. De hoge stem die nadert; wanneer ik mij omdraai, en de jongen zie die met zijn been naar achteren raast en op het punt staat om tegen de geschiedenis aan te schoppen en de man die naar zijn arm grijpt en de jongen wegtrekt en gromt; ‘Je schopt niet tegen een geschiedenis’. En de hond ook, die een sprint trekt en rechtstreeks op de geschiedenis afstormt. De geschiedenis stemt met alles in en de hond tilt zijn achterpoot en klaterend valt zijn nat op de zijkant uiteen.
Peggy Verzett