
Foto: Ton Huizer.
(door Ton Huizer)
Mijn vriend de priester is een eerbiedwaardig man. Een zachtmoedige, erudiete dienaar. Niet van de straat en toch van het leven. Het eeuwige leven.
We hebben het goed samen. Ik kan bij hem terecht met al mijn vragen. Meestal heeft hij een passend antwoord. En als hij geen passend antwoord voorhanden heeft, zegt hij me dat ik niet alles moet willen begrijpen. Een verstandig advies waarmee ik het dagelijkse slachtveld weer vol vertrouwen tegemoet kan zien.
In dat opzicht lijkt hij op mijn vriend de uroloog. ‘Ik ben pas continent als u het bent.’ Ik ben een bevoorrecht mens. Ik leef in een troostrijke omgeving.
Toch maak ik me soms wat zorgen. Mijn vriend de priester oogt wat somber de laatste tijd. Hij voelt zich wat ongemakkelijk bij de vernieuwende koers van zijn Heilige Vader. Een paus op gymschoenen vindt hij ongepast. En dat gescheur op die scooter door Rome bevalt hem ook maar matig. Dat gaat nog eens goed mis met al die gaten in het wegdek.
Ook de veelbesproken progressiviteit binnen zijn kerk baart hem zorgen. Mijn vriend hecht waarde aan tradities en rituelen. Een vaste burcht is onze heiland zegt hij, daar zet je geen IKEA-meubeltjes in. Valt wat voor te zeggen.
Ik leef met hem mee, zoals ook hij met mij meeleeft. Maar ik heb zo mijn vragen…
December anno domini 2019. Mijn gezellin en ik vertrokken voor een weekje rust en ontspanning richting Alicante, Spanje. Even weg uit het grijze Nederland. Weg van het werk en de dagelijkse beslommeringen en verplichtingen. Wijntjes doen, slenteren over de boulevard, Middellandse Zee aan de bleke kuiten…
We hingen nog maar net aan de lus in de bus naar de aankomsthal op het vliegveld toen een bericht verscheen op de mobiele telefoon. Een goede vriend en collega van mijn echtgenote was, totaal onverwachts, overleden aan een hartstilstand.
Schrik en verbijstering. We liepen ermee rond onder de Spaanse zon. Ieder met onze eigen gedachten achter een grijs-gerande zonnebril.
We besloten een kaarsje te branden voor onze vriend. Je krijgt er geen mens mee terug, maar het kan je stilte verlichten. Een oude traditie binnen diverse geloofsuitingen en de boeddhistische leer. Rituelen kunnen troost bieden als het menselijk denken tekortschiet. En het menselijk denken schiet nogal eens tekort.
Even geen kaarsjes in de hotelkamer, maar geen nood, kerken en kaarsen genoeg in Alicante. Dachten wij.
Een Godshuis was snel gevonden, er zijn er meerdere ter plaatse. Het bleek helaas minder eenvoudig een kaarsje te vinden onder het dak van Gods onroerend goed.
Tot onze verbazing troffen we, in plaats van wat kaarsjes, een lichtbak aan in de kerk. Een soort ouderwetse trektafel, maar dan met lampjes. Een fijnmazig stukje moderne techniek. Na inworp van een muntje ging er, ter vertroosting en herdenking, een elektrisch lichtje branden.
Ik viel ter plekke uit mijn gymschoenen. Het moet niet gekker worden. Psalmen uit een jukebox? Karaokepriesters op de kansel? Hier moet sprake zijn van een ernstige spirituele zonsverduistering. Ik zat op slag, en tegen wil en dank, weer op één lijn met mijn vriend de priester. Het muntje hielden we in onze portemonnee. We hadden al een zaklantaarn in de handbagage.
Binnenkort zie ik mijn vriend de priester weer. We moeten het er toch maar eens over hebben met elkaar.