allen die zich hier bevinden worden in gelijke gevallen anders herinnerd
particuliere geschiedenissen die voormoeders bewaarden
in de holten verborgen achter hun navel
& is het niet daar,
dat we leerden van onze lichamen strijdgrond te maken
hoe ketens het gereedschap van een brute economie
we waren handelswaar // we waren handelaars
wisten niet van de belofte die we toekomst zouden noemen
maar nog steeds lekt iets leeg in de bodem die we delen
& we weten niet de namen van de nachtmerriejaren
we streken ze gelijk met onze zonden glad
gaven ze geen plek in het gedeelde archief
geen rouwranden rondom vergulde tijdspannen
& wisten daarom niet hoe wij vervlochten in elkaar
omdat wij hierheen gekomen
omdat de schoolboeken niet
omdat we ander leed herdenken
omdat het al zo lang geleden
omdat panden achter de Boompjes
omdat de kerk in het Oude Noorden
omdat Coopstad & Rochussen
omdat het West-Indisch Huis
omdat bommen ook de stenen deed vergeten in Rotterdam
omdat de sporen nog in ons
omdat we lang nog niet geheeld
omdat we de schuld niet willen dragen
omdat we deelgenoten zijn
omdat er meer van ons te maken is dan wat ons overkwam
omdat we samen in de stad
omdat we samen in het land
omdat we weten van het belang van het breken van de ketens
omdat er geen excuses
omdat die ook niet meer verwacht
omdat we met elkaar vooruit
omdat we samen zullen zijn
omdat de voormoeders zingen
omdat de echo’s in onze botten
omdat ik van je hou
omdat ik nergens naartoe
omdat nog altijd de ketens
omdat we zoveel kunnen leren
omdat we zoveel moeten leren
omdat we zo verdomde moe
omdat de zeurende pijn
omdat wij allen onze lasten
omdat we daarin niet alleen
omdat we dit allemaal weten
omdat we immer aangepast
omdat het bloed de handen vlekt
omdat de doden in het water
omdat de doden op het land
omdat 1873
omdat de zwavel in de neus blijft hangen
omdat de afstanden te groot
omdat het ons niet interesseert
omdat de 300 florijnen
omdat de woede nog steeds in ons
omdat we niet langer vergeten
omdat de lessen geleerd
omdat jij en ik
omdat ik en jij
omdat wij en zij
omdat hen en ons
allen die zich hier bevinden worden in gelijke gevallen anders herinnerd
zou ons reden moeten geven om te zeggen: ‘Gelukkig maar.’
Dean Bowen