Men sleept mij pront de haven in, altijd
applaus, er wordt op mij gewacht: ik breng
een gouden vracht. Waaruit dat goud bestaat? Mij
boeit het niet, fruit brandstof huisraad of iets
clandestiens – mijn naam is haas, maar op de boeg
staat sierlijk Ping Meiying Hendrika Fatima; ik strek
mijn rug en draag. Mijn komst past in het dichtwerk
aanbod-vraag compleet met rijm en ritme van het tij.
Straks meer ik aan en word gelost, wacht
weer op nieuw gewicht, vaar dan het zicht uit
mijn bestemming achterna. Of men mij
uitzwaait? Ach, iets waait en drijft mij uit.
Hester Knibbe
Dit is het eerste stadsgedicht van Hester Knibbe. Het gedicht las zij gisteren voor bij haar inhuldiging als Stadsdichter Rotterdam 2015-2016.