(door Liliane Waanders)
Kila van der Starre doet onderzoek naar de beleving van poëzie. Naar de beleving van poëzie die zich letterlijk en figuurlijk losgezongen heeft van het papier. Ze doet dat omdat ze wil weten of de manier waarop kunst ervaren wordt verandert. Want: ‘Het lijkt erop dat kunst steeds meer een sociale activiteit aan het worden is waarin het publiek actief deelneemt.’ En: ‘De mening van het publiek wordt belangrijker en collectieve kritiek op internet lijkt soms meer invloed te hebben dan professionele recensies in de krant.’
Ze onderzoekt poëzie, omdat poëzie het ‘genre [is] dat traditioneel gezien wordt als een van de meest “elite” kunstvormen aan de “top” van onze “hoge cultuur”.’ Als er iets verandert in de beleving van poëzie, is het reëel om te veronderstellen dat ook andere van oorsprong minder als elitair ervaren genres anders worden ervaren.
Tijdens de slotavond van Poetry International 2016 bracht Kila van der Starre tijdens het programma NEWSPEAK: NeuParleNuevo verslag uit. Zij zoomde in op de receptie van het gedicht ‘OCD’ van Neil Hilborn sinds dat gedicht viraal is gegaan. Want naar ‘OCD’ werd al 11.549.276 keer gekeken sinds het op YouTube staat (dus sinds 22 juli 2013). In haar onderzoek staat de manier waarop gereageerd wordt op en gerefereerd wordt aan het gedicht centraal.
Uit dat reageren op en refereren aan leidt zij een boel af over degenen die poëzie tot zich nemen:
‘A “mix of top-down and bottom-up forces”, together with our increasingly participatory culture, makes the public not simple consumers of preconstructed messages, but “people who are shaping, sharing, reframing, and remixing media content in ways which might not have been previously imagined”. This “shaping, sharing, reframing, and remixing media content” is the way that Internet users of today annotate cultural expressions, including poems.’
(uit: How viral poems are annotated: on OCD by Neil Hilborn)
en over de poëzie zelf:
‘Researching the way that Hilborn’s poem OCD is annotated has shown that poetry in the twenty-first century is a widespread, actively experienced and annotated, transmedia genre.’
(uit: How viral poems are annotated: on OCD by Neil Hilborn)
NEWSPEAK was het thema van de 47e editie van Poetry International. Door de lezing van literatuurwetenschapper Kila van der Starre (en door de toelichting die Răzvan Ţupa eerder diezelfde dag op zijn poëzie gaf) begreep ik dat ik door de organisatie van het festival op het verkeerde been gezet was. Het thema mocht dan ontleend zijn aan 1984 van George Orwell, maar met een door de staat gecreëerde en gecontroleerde taal heeft het newspeak van Poetry niets te maken.
Het ging dus niet om het maken van een statement in een tijd dat schrijvers en dichters de mond gesnoerd wordt. Het ging – had ik de inleiding van Jan Baeke op de bloemlezing van het werk van de festivaldichters maar beter gelezen – om:
‘de wens of behoefte woorden te herdefiniëren, woorden uit te bannen of betere woorden of woordcombinaties te verzinnen om iets te benoemen of te beschrijven.’
Dat is mooi, maar – en nu citeer ik opnieuw Jan Baeke:
‘Poëzie, het taalbewuste genre bij uitstek, verhoudt zich altijd tot haar onderwerp vanuit de mogelijkheden van de taal. De taal is nooit willekeurig, is nooit een toevallige vangst uit het onuitputtelijke reservoir aan woorden en woordcombinaties.’
De nadruk leggen op Newspeak – zelfs op een newspeak ‘die niet dwingt het denken te begrenzen tot het in een ideologie past, maar Newspeak die werkelijk nieuw is, die nieuw licht werpt op wat ons bekend voorkomt en ons vertrouwd maakt met wat tot nu toe niet bestond’ – is gelet op wat poëzie in essentie is en doet dus eigenlijk overbodig.
En daarom was het jammer dat juist toen het over de kern van de zaak ging – de beleving van poëzie – een kans werd gemist. Vanuit de zaal maakte iemand – naar later bleek de programmeur van het Cork International Poetry Festival – bezwaar tegen het als een gedicht aanmerken van ‘OCD’. Kila van der Starre wist zijn aanval charmant te ontwijken, hetgeen gerechtvaardigd was omdat zijn opmerking in essentie buiten het bereik van haar betoog viel. Het ging haar om het van papier losgezongen ‘OCD’, terwijl hij het wilde hebben over waar de grens ligt tussen woorden in een zeker verband en een gedicht.
Dat zij, net als in haar artikel How viral poems are annotated: on OCD by Neil Hilborn, het begrip ‘gedicht’ niet definieerde, wil niet zeggen dat alles in haar ogen poëzie is, bleek uit haar repliek op de man uit het publiek. Poëzie is voor haar wat door officiële instanties poëzie genoemd wordt. Ik had graag gehoord wat in de ogen van haar opponent een gedicht is, en waarom ‘OCD’ dat voor hem niet is.
Haar woord tegen het zijne had inzichten op kunnen leveren die een welkome bijdrage hadden geleverd aan het verdiepen van het thema, waardoor newspeak meer dan nu losgezongen zou zijn van de (al te voor de handliggende) verwijzing naar 1984 van George Orwell.
Die overigens een heel verhelderend essay – Nineteen Eighty-Four/Appendix – The Principles of Newspeak – schreef over wat Newspeak was en moest doen.
‘The purpose of Newspeak was not only to provide a medium of expression for the world-view and mental habits proper to the devotees of Ingsoc, but to make all other modes of thought impossible. It was intended that when Newspeak had been adopted once and for all and Oldspeak forgotten, a heretical thought – that is, a thought diverging from the principles of Ingsoc – should be literally unthinkable, at least so far as thought is dependent on words. Its vocabulary was so constructed as to give exact and often very subtle expression to every meaning that a Party member could properly wish to express, while excluding all other meanings and also the possibility of arriving at them by indirect methods. This was done partly by the invention of new words, but chiefly by eliminating undesirable words and by stripping such words as remained of unorthodox meanings, and so far as possible of all secondary meanings whatever.’
Dat moeten wij anno 2016 dichters niet aan willen doen. Laten zij de taal maar blijven(d) vervormen naar eigen goeddunken. Lang leve de eventuele spraakverwarring die daardoor ontstaat.