(door Liliane Waanders)
Het leek de omgekeerde wereld: Michel Faber die Kim van Kooten interviewt. Hoe hoog ik de schrijfcapaciteiten van Kim van Kooten ook acht, voor mij is ze ook na Lieveling nog altijd een scenarioschrijver en geen auteur van romans.
Dat hij – wat moet er van Michel Faber worden nu hij na onder andere Onder de huid (2000), Lelieblank, scharlakenrood (2002), De Fahrenheit tweeling en andere verhalen (2005) en Het boek van wonderlijke nieuwe dingen (2015) het schrijven afgezworen zegt te hebben… – dat hij haar tijdens het International Literature Festival Utrecht vragen ging stellen, verbaasde mij aanvankelijk zeer.
Totdat ik gaandeweg het gesprek begreep dat hij een poging ondernomen heeft om Lieveling in het Engels te vertalen. Na twee hoofdstukken gaf hij het op. Lieveling bevat volgens Michel Faber zoveel typisch Nederlandse stoffering – neem alleen de titel al: de kans dat iemand in het Engelse taalgebied dit lied van Wim Sonneveld kent, is klein – dat het zo goed als onmogelijk is om Lieveling in een andere taal net zo voorspoedig te laten landen als in het Nederlands.
Hij spitste het nog verder toe. Eigenlijk is Lieveling niet alleen te Nederlands, maar zelfs te Rotterdams. Lee Towers en Anita Meijer… Wie kent ze niet? Maar over de grens ligt dat anders. Mooi vond Michel Faber de typische Rotterdamse uitdrukkingen. Mooi, maar onvertaalbaar. Voor wie de omgeving waarin het verhaal speelt in tact wil laten.
Of Kim van Kooten zich tijdens het schrijven rekenschap had gegeven van de beperkingen van die expliciete setting van haar verhaal? Nee. En toch ook weer wel. Ze was wel bij haar vader en haar moeder te rade gegaan. Maar uiteindelijk besloot ze het verhaal van haar vriendin Pauline Barendregt zonder meer te vertellen. Zonder te speculeren op internationaal succes.