(door Liliane Waanders)
k had er nog nooit van gehoord, maar Jerry Hormone klonk zo stellig toen hij het over de Rotterdamse ziekte had, dat ik vergat door te vragen. Het gesprek ging over het schrijven van korte verhalen, en het verlangen van veel schrijvers om daarna ook nog een roman te schrijven. Dat verlangen koestert ook Jerry Hormone. Hij weet niet zeker of hij zal slagen – de vijftien verhalen in Het is maar bloed, de bundel waarmee hij recent debuteerde, tellen samen zo’n dertigduizend woorden en voor een roman heb je er al gauw zo’n veertigduizend nodig, dat vraagt een heel andere spanningsboog: van het verhaal en van de schrijver – maar hij gaat het in elk geval proberen. […]