e wind is vergeten welke straten hij ook alweer bezoekt.
Wat een gebouw is het – zo zonder wind – de hitte met zijn voordeur knalhard dichtgegooid, we verdampen. We keren niet meer tot onszelf terug.
Het is al bijna eind september, de slakken op de stoep worden stuk getrapt.
Zo kan het niemand iets schelen. Soms verleg ik er een die precies in de loop ligt van de dood.
Dus de hitte draagt geen zolder alleen een grote brede huiskamer waar ze je dwingen in te gaan.
Waar ze je kunnen zien staan in al het licht en je glimlach ergens aan afvegen, een slap aftreksel ervan als een snelle handtekening gebruiken voor een postbode.
Onleesbaar bijna. Dikke uren vol kloppende aderen. Pompende harten. Geen ontwaakten. […]
Gelabelde berichten Mede Mensch
Mede Mensch 73
Mede Mensch 72
Wanneer die opent
ie, hoe de tafels staan in het gras, gras dat binnenkort,
de eerste gevallen bladeren zal gaan dragen
Vol vreugde!
Zie de gebaren hangen van die tafels als vreemde gekrompen vruchten
Zie de bomen nog eens met hun kleine gesprek, volle buik in middagstilte
Denk nog eens aan de boei op volle zee, stel je voor
hoe hij deint op het water waaraan de gebaren in elkaars vette armen
verdwijnen
Zie de boei voor je, in je eigen oude kamer, de luisterbek
wanneer die opent
Hoor de nagelaten gebaren over de stoelen hangen,
van het kleed glijden, in de muren bijten,
op het aanrecht kleven, van de schilderijen roepen en bij de voordeur
drammen, drammen
Peggy Verzett
Mede Mensch 71
e bomen die hier netjes geplant staan, wiegen zacht op hun meest romantische manier.
Suggesties van herders en kuddes, treinloze landschappen, schuinstaande stammen in open velden, de zoete geuren, de stilte met zijn zonnestelsel.
Het is een mooi gebaar, een grammofoonplaat uit een hoes halen en niet kijken welke hoes je nam en dan besluiten dat het een goede plaat zal zijn voor dit moment.
‘I have no feelings’
Het lange laden in haar stem, een vibrato met zeer lange dalen en heuvels en het slepende effect ervan, past bij deze bomen.
Annette Peacock, zangeres van warm water in ijzeren ketels, zingt I have no feelings. […]
Mede Mensch 70
Ik zou heel eerlijk gezegd vandaag niets liever willen dan
et de trein naar het zuiden rijden, naar Jean Jacques.
Omdat we elkaar een mail stuurden en daarin een juist punt in tijd en plaats hebben afgesproken waar we elkaar vroeg in de nog mistige ochtend ontmoeten op het treinstation.
Hij raadde aan om wandelschoenen te dragen – in het gebied kunnen de paden worden onderbroken door enkele plaatsen waar de zichzelf slingerende beekjes half overstromen en delen lichtjes onder water zetten.
Een schrift in mijn rugzak, een 2B potlood dat diepzwarte notities kan maken op de blanke bladzijden van mijn determinatietabellenschrift. We gaan het landschap in zijn geheel opnemen vanuit verschillende punten op de kaart van het gebied. We hebben afgesproken dat de vorm die we trekken op de kaart, zich min of meer als een cirkel moet kunnen gedragen.
Maar het idee hoeft niet al te nauw worden genomen. We moeten de gang van de beekjes in het gebied kunnen blijven volgen. […]
Mede Mensch 69
Het licht hing hoog, nog hoger dan de hoogste dorre vrucht in de geest van George
ij liep door de straten van London, daar kwam ik hem tegen. De lentezon piepte. Hij liet me de kaart zien met de richting van mijn voetstappen. Ja, het metrostation vlakbij. Het hart van George ver ver weg.
Zijn vader uit Kameroen, verhuisde toen George nog klein was. Zijn familie leefde een hele hele periode lang in Canada.
Toen werd zijn vader ziek, meteen wilde zijn vader terug naar Kameroen, Petite Afrique. Waar alles was wat een man maar nodig had; de dronken gedachten van een zomeravond en de warme luisterende velden in de vroege morgens. Zijn vader vertrok, de zieke vleugels terug naar Kameroen.
En de strijd in het Engelse deel blijft onverbiddelijk. George kan niet naar het graf van zijn vader. […]
Mede Mensch 68
Een nieuwe lente, een nieuw geluid
aar niet zonder enkele benodigdheden die we ergens nog op zolder –
wie wat bewaart, heeft wat en zo, dus toch nog eens kijken waar
lagen die inhouden eigenlijk, die altijd van pas komen, o ja, hier
liggen de talloze handpalmen al voor het idool, die je zo min
mogelijk dient in te zetten (zoveel mogelijk bewaren en renoveren
is beter) en daar de vleugellamme monden om in gesprekken te laten
bewegen zonder enig geluid wanneer stilte zo overduidelijk nodig […]
Mede Mensch 67
Naar onze schone zomervoeten
at handen ineenslaan en moed houden en met vierkanten
pleinen een organisatie opzetten van bijeenkomsten en
roepen en janken en opnieuw de lastige schouders naar huis
brengen, waar de vogels fluiten in een tuin, het nieuwe
seizoen dat zij met hun kleine geesten infiltreren
– zoiets blijft bestaan –
haalt halzen uit onze kommen van onze harten, jouw hart
ook wanneer je de ladders probeert van de tonen al meereizende
uit te proberen,
nieuwe melodieën die we al verkenden en hun borduursels
in de lucht, klinken weer alsof nog nooit zo gehoord, ja
ze komen zeker met een nieuwe lyrische clausule terwijl
de lange railsen voortdurend blijven samenvloeien, […]
Mede Mensch 66
Waar is Rudi?
udi van Dantzig.
Waar zijn de turende blaren van zijn ogen?
Turende blaren van zijn ogen?
Turende blaren van zijn ogen?
Turende blaren van zijn ogen?
Niets dat nog kan worden aangezien
door de turende blaren van zijn ogen.
Niet de vuile stoet, die wegkijken zal.
Niet de draaiende raderen in de randvoorwaarden,
die kort schijnen en wegkijken.
Niet het schampere spel met de arme handen
die niet willen maar uiteindelijk ook,
wegkijken
Peggy Verzett
Mede Mensch 65
Goede ronde honden springen
n hun wilde ballonnen op de weg langs de dijk.
En de droom ligt in het water. De wind weet precies hoe de droom zich wendt en kleine witte golfjes opmaakt. Goede ronde honden springen in hun wilde ballonnen op de weg langs de dijk, in de wind. Aan een zijde wordt het weggetje begrensd door een rij paaltjes. Tussen twee paaltjes in, hangt de ijzeren draad helemaal slap. Een van de paaltjes staat verbogen. Een slappe hangende draad heeft zijn functie verloren – het ontroert meteen. Gedraag je zonder je nuttigheidsfunctie en hervind jezelf. ‘Stap er overheen’, denk ik, ‘en loop het weiland in, hier kan je doen wat je wilt.’ Ik doe het – mijn laarzen zinken diep weg, hun zuigende klinkers laten horen hoe vasthoudend de natte modderklei is in deze ochtend. Het getok van kippen klinkt uit een openstaande schuurdeur. Een tuintafel staat op het terras met zijn logge poten. […]
Mede Mensch 64
Een dun laagje ijs
leke boom midden in het veld,
weet niets, voelt niets, heeft zijn deur dichtgeslagen,
wenst het land rondom met zijn ijzige huid het beste.
Ik droom niet, ik kijk, met mijn slaapkamerogen,
krijg een indruk en voel de druk van de verte,
de glimmende revolvers aan de horizon,
als een troep dieren op elkaar gestapeld.
Zij zijn aan het slapen. Ze kunnen het rood van
de zonsondergang oogsten – vloeibaar maken.
Peggy Verzett