Cheever reed met zijn kat naast zich langs een vijver, vijver van een poort, vijver van een geest, van een tomorrow dat een gisteren is geweest – tegelijk dichtbij zijn en ver weg is een deugd voor het oog dacht ik lieve
Wanneer het water zich terugtrekt van de zee lees ik De Pool van Coetzee
Morgen begin ik aan Vernietigen van Houellebecq
Tegelijk een bal zijn en een golf, een dichte en een linkerschouder
als een natte lente in het lichaam, ik draai een zegen in het lichaam op een goede plaats
Tegelijk een leeg cola blik en ’n klimheilige die het duin afdaalt, beide heel voornaam
en infantiel
En scheikunde is een braampartij, scheikunde is een braampartij […]