Onder een nieuwe overkapping langs het veld,
De goal het huis
Haren trekken zomaar de gedachten weg
En de optrekkende is bereid, allen glijden
Om de flauwe bocht van Schiedam, kleine rakkers zijn het
Weilanden rijden
In stille wijze sloten van wat zij huilen
Is langgerekt
’t Razen klinkt, de windgebogen grassen
Die het dalen van de ozon passen
En de sloten schrijven plooien in de natuur
De jongen, de man, de grijsaard van een weekendbaard betalen […]