(door Liliane Waanders)
Als ik aan Mongolië denk, denk ik aan eindeloze vlaktes. Steppen met af en toe een joert. Een landschap mooi van eentonigheid. Gebied dat het uiterste vergt van zijn bewoners. Mens en dier zijn overgeleverd aan de omstandigheden. Zomer en winter houden er huis.
Nergens is Nederland zo extreem. Maar terwijl ik zijn gedichten lees, begrijp ik waarom Kees Francke (opgegroeid en opgeleid in Rotterdam) ze in een fictief West-Mongolië situeert. […]