
k zag de foto hangen, ze had woorden op haar mond,
daar waren ze blijven plakken,
de schemer trok ze nog bloesemachtiger op de foto naar voren –
vooral in de herfst kwam ze rijzen uit haar stille tuin als een vrouw
met haar spade en roze handschoenen, haar dennenbomen
kijken nog steeds nergens van op, ze missen haar naderingen,
haar opkijken vanuit haar ceruleumblauwe irissen, haar handen
over hun schorsachtige neigingen, haar stem vol verrukkingen.
En de koude lotus draagt een stille mond.
En de hartappel stuurt nog steeds e-mails die ergens aankomen.
Haar achtvorm was schitterend. […]