(door Marjolein Roozen)
rijdag sloot De Likt het programma in de Jurriaanse Zaal af tijdens Poetry International. Allereerst vind ik het heel tof dat Poetry de band programmeerde. De Likt verdient een plek op dit podium, met hun actuele geluid en ras-Rotterdamse teksten. Hoewel het juist die teksten zijn die voor mijn feministische hart (en op nog wat andere vlakken) te ver gaan, krijg ik geen genoeg van deze band. Velen met mij, en hun optredens gaan dan ook vaak gepaard met een hossende menigte mensen voor het podium die helemaal los gaat onder het genot van een nodige hoeveelheid alcohol en/of andere substanties. Een contrast met de zaal waar wij ons op dat moment bevonden, met daarin een bijna volledig wit publiek met een gemiddelde leeftijd van zo’n 60 jaar dat keurig op zijn stoeltje bleef zitten.
Tijdens het optreden werd Jules Deelder stilletjes de zaal ingebracht. Rechts vooraan bij het podium bleef hij staan luisteren. Hij had voorafgaand aan De Likt zijn werk voorgedragen in dezelfde zaal, onder luid gejuich van het Rotterdamse publiek. Jordy Dijkshoorn, frontman van de band, vertelde dat Jules een grote inspiratiebron is voor zijn teksten. ‘Als het goed is, is hij hier aanwezig.’ Daarop droeg hij onder begeleiding van de band zijn favoriete gedicht voor van de Rotterdamse Nachtburgemeester: ‘Spartageest’. Pas bij het volgende nummer merkte Jordy Jules op en kreeg – misschien alleen in mijn beleving – een trotse lach op zijn gezicht. Gut.