(door Egbert van de Gronden)
Met de verhalenbundel Verdi prati maakt cultureel-antropoloog Harry van den Bouwhuijsen zijn literaire debuut. De op het eerste gezicht wat raadselachtige titel verwijst naar een aria uit de opera Alcina van G.F. Händel, waarin de ontroerend mooie muziek bitter-zoet contrasteert met het sombere thema van het onvermijdelijke verval van alle schoonheid. Het is eenzelfde contrast tussen vorm en thema dat terug te vinden is in de drie hier bijeengebrachte verhalen. Die zijn geschreven in een vlotte vertelstijl die voortdurend een sfeer oproept die je misschien het beste als surrealistisch zou kunnen aanduiden. Door zijn pakkende vertelstijl trekt de schrijver de lezer soepel een beklemmende wereld binnen waarin de grens tussen droom en werkelijkheid steeds verder vervaagt en waarin de personages in situaties terechtkomen die zij niet begrijpen en waaraan zij niet kunnen ontsnappen.
In het openingsverhaal Dood spoor is het de ‘post-mortale fotograaf’ Sombeklee die in een kilometerslange trein op lugubere wijze de Hamlet-vraag To be OR not to be, that is the question meent opgelost te hebben: To be AND not to be, that is the answer. De nieuwsgierige journalist die Sombeklee als moordenaar tracht te ontmaskeren, loopt onvermijdelijk op gruwelijke wijze in diens val.
In het titelverhaal Verdi prati is de tienjarige Guido in een apocalyptische wereld alleen op weg naar school, die hij uiteindelijk aantreft als een overwoekerde ruïne waarin ook zijn mysterieuze ‘juffrouw’ veranderd blijkt in een menselijke ruïne.
Het derde verhaal De ondergang van de BI-13 begint met een wat lang uitgesponnen, maar niettemin hier en daar hilarische, beschrijving van de uitvaartdienst van een leraar op een middelbare school, gezien vanuit het perspectief van twee pubers die deze leraar – mogelijk – tot zijn wanhoopsdaad hebben gedreven. De jongens zijn in voortdurend conflict gewikkeld met hun mentrix, de Roemeense lerares Engels, mevrouw C. die in de loop van het verhaal de incarnatie blijkt van één der Griekse wraakgodinnen. Ook in dit verhaal verandert de alledaagse wereld geleidelijk in een surrealistische nachtmerrie, waarin mevrouw C. op huiveringwekkende wijze wraak neemt op de jongens.
De verhalen die in Verdi prati zijn samengebracht laten zich eigenlijk nauwelijks kort samenvatten. Wanneer je dat toch probeert, kan gemakkelijk de indruk ontstaan dat het hier om horrorstories gaat. Dat is echter niet het geval. Eigenlijk zou je deze verhalen twee keer moeten lezen. Juist doordat ze zo pakkend geschreven zijn, ontgaan je als lezer mogelijk veel verwijzingen naar het onderliggende thema van deze verhalen: de mens die vergeefs in opstand komt tegen de condition humaine: eindigheid, verval, dood. Het lijkt me de grote verdienste van de auteur dat hij er in deze verhalen in geslaagd is om dergelijke zwaarwichtige thema’s aan de orde stellen, op een manier die het lezen ervan tot een bizar avontuur maken.
Van harte aanbevolen.
Harry van den Bouwhuijsen, Verdi Prati – Drie verhalen, Boekscout, 2020, ISBN 9789463899437, € 19,99